Zuurkool
foto © Mirthe van Doornik
Het was een middag waarop je het ijs vlug moest eten. Een zomer op haar hoogtepunt, maar al wel voorbij de langste dag. De vlonders van het terras voelden warm aan mijn voeten, ik rook naar zonnebrandcreme, het zou kunnen dat ik gelukkig was. Een vrouw uit een gezelschap naast ons, had dertig jaar bij hetzelfde bedrijf gewerkt. Ze had vier verschillende pensioentjes opgebouwd en hoefde nog maar te werken tot haar zestigste. Daarna zou ze yogales gaan geven.
‘Voor mij een witte wijn,’ zei een vrouw met een hoed die haastig aan een vrijgekomen tafeltje schoof. 'Voor mij water met zuurkool,' zei een man met een camera die naast haar ging zitten. Ze zagen er netjes uit, als mensen die op een laat tijdstip naar het strand vertrekken om de drukte te ontwijken. ‘Met zuurkool?’ vroeg de jongen. Hij stopte even met het typen op zijn computer en keek de man verbaasd aan. ‘Koolzuur!’ corrigeerde de vrouw de man.
De vrouw van de vier pensioenen had bij het boek ‘Alleen op de wereld’ voor het eerst gehuild. Ze praatte te hard, of zat te dichtbij. Mijn gezelschap begon ook over een boek. Ze zei dat ze eens een boek had gekregen over een huis dat steeds moest verhuizen. Ze wist niet meer te vertellen waarom, maar wel dat het heel zielig was. Het sentiment blijft je blijkbaar langer bij dan de reden. Het strand gloeide op mijn gezicht, zand waaide in het eten. Er is altijd wat om geluk te compenseren.
De vrouw met de hoed was de koolzuur verwarring nog niet te boven. Ze vond dat als de man koolzuur bedoelde ook koolzuur moest zeggen. De man vond dat onzin en meende dat hij altijd had gekregen wat hij bedoelde. De vrouw met de vier pensioentjes wilde graag nog eens in een zeppelin vliegen. Ze had duidelijk grote plannen. Het enige dat haar vlucht nog in de weg stond was de prijs. ‘Driehonderdvijftig euro!’ gilden de andere dames geschrokken. Een meeuw liep brutaal dicht langs hun blote benen. De zon stond laag. Het strand werd leger. Zandkorrels liften via haren en sokken mee naar nieuwe plaatsen. De man met het fototoestel maakte een foto terwijl de vrouw met de hoed mompelde dat hij voortaan het beste gewoon spa rood kon zeggen.